Apotheek Dutmer

Medische Encyclopedie

Inhoud

Luchtweginfecties

Wat zijn luchtweginfecties?

De luchtwegen vormen de doorgang voor lucht tussen de buitenwereld en de kleine longblaasjes in de longen. In de longblaasjes wordt zuurstof opgenomen in het bloed en kooldioxide (een afvalstof) afgegeven.

De luchtwegen zijn verdeeld in 'bovenste' en 'lagere' luchtwegen. De bovenste luchtwegen bestaan uit neus, keel, bijholten, middenoor, stembanden en luchtpijp. De lagere luchtwegen bestaan uit de grote en kleinere luchtwegen (bronchiën), het longweefsel en de longblaasjes.

Luchtweginfecties komen zeer veel voor, vooral infecties van de bovenste luchtwegen. Rokers hebben meer kans op luchtweginfecties en hebben vaak langer klachten dan niet-rokers.

Bovenste luchtweginfecties worden meestal door virussen veroorzaakt en hoeven niet behandeld te worden. Het gaat om verkoudheid, keelpijn, hoesten, middenoorontsteking en bijholteontsteking.

Lagere luchtweginfecties zijn vaak ernstiger en moeten soms behandeld worden met antibiotica. Dit zijn bijvoorbeeld acute bronchitis en longontsteking.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Penicilline- antibiotica
Penicilline-antibiotica doden vele soorten bacteriën en hebben een goede opname in het lichaam. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei waardoor de bacterie doodgaat. Voorbeeld is amoxicilline en piperacilline.

Bij sommige patiënten wordt amoxicilline door bacteriën afgebroken zodat het zijn werking niet meer kan doen. Clavulaanzuur gaat dit tegen en verbetert zo het effect van amoxicilline. Voorbeeld is amoxicilline in combinatie met clavulaanzuur.

Ook piperacilline kan door bacteriën worden afgebroken, waardoor die minder goed werkt. Tazobactam gaat dit tegen en verbetert zo het effect van piperacilline. Voorbeeld is piperacilline met tazobactam.

Aminoglycoside-antibiotica
Aminoglycoside-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze grijpen in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie. Een voorbeeld is gentamicine.

Tetracycline-antibiotica
Tetracycline-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze remmen de eiwitaanmaak van de bacterie. Een bacterie die geen eiwit kan aanmaken kan zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeelden zijn doxycycline en tetracycline.

Macrolide-antibiotica
Macrolide-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze grijpen in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie af.

Macrolide-antibiotica worden vooral gebruikt tegen bacteriën die ongevoelig zijn voor andere antibiotica of tegen infecties op plaatsen waar andere antibiotica niet goed doordringen en bij mensen die overgevoelig zijn voor penicillinen. Voorbeelden zijn azitromycine, claritromycine en erytromycine.

Chinolon-antibiotica
Chinolon-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeelden zijn ciprofloxacine en ofloxacine.

Antibiotica van het sulfonamide-type
Antibiotica van het sulfonamide-type doden vele soorten bacteriën. Ze dringen door in de bacterie en verhinderen de aanmaak van een stof die essentieel is voor de bacterie. Hierdoor sterft de bacterie. Voorbeeld is trimethoprim in combinatie met sulfamethoxazol.

Cefalosporine-antibiotica
Cefalosporine-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei, waardoor de bacterie doodgaat. Voorbeelden zijn cefaclor, ceftibuten, ceftriaxon en cefuroxim.

Carbapenem-antibiotica
Carbapenem-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze remmen een eiwit dat belangrijk is voor de bacteriegroei, waardoor de bacterie doodgaat. Voorbeeld is meropenem.

Trimethoprim
Trimethoprim doodt vele soorten bacteriën. Het dringt door in de bacterie en verhindert de aanmaak van een voor de bacterie essentiële stof.

Clindamycine
Clindamycine is een antibioticum dat de groei van vele soorten bacteriën remt. Het grijpt in op de eiwit-aanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie. Clindamycine wordt vooral gebruikt tegen bacteriën die ongevoelig zijn voor andere antibiotica en bij mensen die overgevoelig zijn voor penicillinen.

Flucytosine
Flucytosine is een antischimmelmiddel en remt de groei van schimmels en gisten. Het wordt gebruikt bij infecties van de luchtwegen door verschillende soorten schimmels of gisten. Het verhindert dat de schimmel eiwitten aanmaakt. Om te groeien, heeft de schimmel eiwitten nodig. Zonder eiwitten sterft de schimmel af.

Ribavirine
Een luchtweginfectie kan worden veroorzaakt door een infectie met het zogenaamde RS-virus. Ribavirine remt de groei van het RS-virus. Het effect is echter niet zo groot.

Fosfomycine
Fosfomycine-infuus kan worden gebruikt bij bronchitis en longontsteking, als een kuur met antibiotica in capsules of tabletten onvoldoende werkt.

Terug naar overzicht